maandag 29 november 2010

De Stedelijke Gazfabriek


Tot de 19e eeuw werden kaarsen en olielampen gebruikt voor verlichting. Om ook buiten wat licht te hebben in de nacht werden burgers vaak verplicht om een lamp aan hun voorgevel te hangen.

Aan het begin van de 19e eeuw werd een procédé ontwikkeld, waarbij gas uit steenkool gewonnen werd. Toen men dit eenmaal ontdekt had ontstond ook de mogelijkheid om gaslicht te gaan gebruiken. Aangezien straatverlichting tot de taak van de overheid behoorde, werd het voor gemeentes interessant om zelf gas te gaan produceren. In Leiden werd in 1845 de eerste Stedelijke Gazfabriek gevestigd, op een voormalig bolwerk aan wat toen de rand van de stad was. Het gas werd via leidingen naar de lantaarnpalen gevoerd, waar het natuurlijk wel iedere avond aangestoken moest worden. Gaandeweg werden ook huizen van rijke mensen voorzien van gaslicht.

Het zou nog een hele tijd duren, voordat dit stadsgas ook gebruikt ging worden voor het koken; pas in de eerste helft van de 20e eeuw stapte men langzaamaan over op gasfornuizen in plaats van het kolenfornuis. Voor verwarming werd stadsgas nooit gebruikt; na de kolenkachel volgde de oliekachel, vaak gevoed vanuit een olietank die voor het huis onder de grond lag. Na de vondst van aardgas bij Slochteren in de jaren ’60 stapte Nederland massaal over van lichtgas op aardgas en moesten in alle huishoudens de fornuizen aangepast worden, terwijl de olietanks uit de tuinen gegraven werden.

Nog steeds is het energiebedrijf gevestigd op het Papegaaisbolwerk. Gas wordt er niet meer geproduceerd.

Deze tekst is afkomstig uit De Singelpromenade, een wandeling langs de rand van de stad, een uitgave van ProKwadraat-Groepswijzer.nl. Dit wandelboekje is verkrijgbaar bij het Visitors Centre van Leiden.

U kunt ook het Dagje Singelpromenade hier boeken.

dinsdag 16 november 2010

Hoe oud is Rembrandt?


In 2006 werd in Leiden en Amsterdam het 400ste geboortejaar van Rembrandt gevierd. Amsterdam is natuurlijk de plek waar Rembrandt zijn beroemdste werk maakte, in Leiden werd hij geboren, opgeleid als schilder en ontdekt door Constantijn Huygens.

Maar, hoe zeker mogen we zijn over het geboortejaar 1606?
Er is maar een beperkt aantal vermeldingen van Rembrandts leeftijd: een inschrijving aan de universiteit, een vermelding in de Geschiedenis van Leiden van Orlers en twee notariële aktes, opgemaakt in Amsterdam.

Welnu, de inschrijving bij de universiteit suggereert het geboortejaar 1606. Inschrijvingen bij de universiteit zijn in de 17e eeuw bijna per definitie fout gedateerd; leerlingen worden bijna altijd ouder voorgesteld dan ze zijn. Immers, hoe eerder ze ingeschreven werden, des te eerder kon de familie ook genieten van de vrijstelling van belasting op bier en wijn, die voor studenten gold.

Jan Jansz. Orlers publiceert in 1614 zijn Beschrijvinge der Stad Leiden. Rembrandt wordt genoemd in een heruitgave van 1641. Rembrandts moeder overleed in 1640. Gezien de detaillering van het verhaal van Orlers bestaat het vermoeden dat hij met haar gesproken heeft. Ook Orlers gebruikt 1606 als geboortejaar. Echter, hoe precies was de datering die Rembrandts moeder gebruikte? Hoe exact wisten (en weten) mensen in welk jaar iets plaatsvond als het niet opgeschreven is?

In de twee notariële aktes uit Rembrandts Amsterdamse tijd noemt hij zijn leeftijd. Terugrekenend kom je dan uit op 1607 als geboortejaar. Tegelijk had hij geen juridische reden om te liegen. Maar wellicht was juist hij, en niet zijn moeder in de war.

Voor ons allen is het niet echt een probleem, maar aan het begin van de 22e eeuw zal er toch een knoop doorgehakt moeten worden.

Meer weten over Rembrandts jeugd in Leiden?
Klik hier .